Ingezonden verhalen door Anne van Osch
Kunst met een grote K.
Jaren tachtig.
We woonden pas in Haaren en zaten op zondag in de mis van 10.00u.
Sine Nomine zong prachtig. Halfweg de kerk stond altijd een stevige, gedrongen, oudere man. Keurig gekleed, echt op z'n zondags, met de armen over elkaar.
Hij zong niet mee, hij ging nooit zitten.Na de communie was hij steevast verdwenen. Mentaal beperkt. We leerden hem beter kennen, omdat hij vogelhuisjes verkocht in het gezinsvervangend tehuis waar hij woonde.
Hij werkte op de Leerfabriek in Oisterwijk, waar hij oud ijzer verzamelde en op een grote kar gooide. Hij blééf maar gooien en de berg ijzer blééf maar groeien. Mensen gingen zijn kunstwerk bekijken, er kwamen foto's in de krant.
Toen hij uiteindelijk in stilte overleed, ging de hele kar oud ijzer waarschijnlijk
linea-recta naar de smeltoven.
Zonde.
Portret van een dapper boompje.
Op mijn verjaardag, járen geleden, kreeg ik 'm van tante Riet,
mijn treurroosje op stam.
Hij zou roze bloemetjes moeten krijgen, maar die zag je natuurlijk niet in oktober.
We plantten hem samen aan de voordeur en wachtten af . En ja hoor, in juni bloeide hij volop. Hij mocht blijven.
We kregen een carport en het roosje moest verkassen. Zijn nieuwe plekje in de voortuin beviel hem goed. Een waterval van roze roosjes!
Mijn tante overleed en de roos zat dat jaar vól luis.Maar ik ging met zeepsop en spiritus aan de slag en hij haalde het.
Toen onze tuinman hem enkele jaren later vól raakte met zijn versnipperaar, was het bijna zeker einde verhaal. Zijn stammetje was half door, maar ik wilde geen nieuwe, die de tuinman me schuldbewust aanbood.
Ik spalkte liefdevol z'n stam, bond er een blauwe elektriciteitsdraad omheen bij gebrek aan beter en sprak hem bemoedigend toe. Nooit had hij zoveel roosjes als het jaar daarna.
Inmiddels heeft hij een ereplek: profielfoto op mijn telefoon.
Dapper boompje.